I. BEVOEGDHEID EN ORGANISATIE

Algemeen

  • 58bis Ger. W. (definities)

Organisatie

Algemene organisatie

Lokale organisatie en samenstelling

  • 66 (het houden van de terechtzittingen)
  • 76 à 80bis (REA, waarvan speciale mandaten (onderzoek, inbeslagnemingen, familie/jeugd en strafuitvoering, 79-80))
  • 81-83 (AR)
  • 84-85 (OR)
  • 88-96; 106-109bis, 112-113, 186, 195 (reglement, organisatie door de (eerste) voorzitter, bevoegdheden en verdeling van de zaken)
  • 316-317 (regeling van de dienst)
  • 101, 210-211 (HvB)
  • 103-104 (AH)
  • 114-118, 126 (assisen – organisatie); 119-122, 125, 127 (assisen – samenstelling); 123-124 (assisen – jury)
  • 319, 320-324 (vervangingen en verhinderingen)
  • 340-344 (algemene vergaderingen en werkingsverslagen)
  • 382 (werkingskosten)

Algemene materiële bevoegdheid

  • 144-149 Grondwet

Territoriale aspecten, kaders

Specifieke magistraten

Plaatsvervangende magistraten

  • 64 (concept)
  • 87 (REA, AR, OR)
  • 102 (HvB)
  • 156bis (magistraten op rust)
  • 188, 192, 207bis (voorwaarden van toelaatbaarheid)
  • 198 ( plaatsvervangende rechters in sociale zaken)
  • 300, 301-304 (onverenigbaarheid)
  • 378-379ter (wedde)

Gespecialiseerde magistraten

  • 195bis (rechters gespecialiseerd in strafzaken in fiscale aangelegenheden)

Juryleden

  • 217-241

Mandaten

  • 65bis
  • 79-80 (bijzondere mandaten)
  • 259quater-259secties (procedure)
  • 259septies (onverenigbaarheden)
  • 259undecies (evaluatie)

 

II. INDIVIDUEEL STATUUT

(Voorwaarden van) benoeming

  • 186ter-188 (VG et PR)
  • 190 (REA, AR, OR)
  • 196bis-196ter (SURB-assessoren)
  • 197-198 (AR)
  • 199-202bis (rechters in sociale zaken)
  • 203-205 (rechters in handelszaken)
  • 207-207bis, 215-216 (HvB, AH)
  • 259ter (benoemingsprocedure)
  • 287sexies (kandidaatstelling voor een vacature)
  • 288-291 (installatie en eedaflegging)

Onverenigbaarheden

  • 292-294bis, 300 (cumulatie)
  • 301-304 (bloed- of aanverwantschap)
  • 437 (het beroep van advocaat)

Plaats van benoeming/aanwijzing/opdracht/mobiliteit/opdrachten

Geldelijk statuut

  • 355-362, 364-365 (wedde, presentiegelden en bijslagen)
  • 363 (kraamgeld, kinderbijslagen, arbeidsongevallen en rechtsbijstand)
  • 376-377 (overgangsperiodes)
  • 378-379ter (plaatsvervangende magistraten)
  • 379quater (delegatie hof van assisen)

Opleiding

Afwezigheden

  • 331, 332, 333
  • 332bis (controle in geval van ziekte)
  • 407

Inruststelling

Rechtsbijstand

 

III. DE WIJZE WAAROP DE AMBTEN WORDEN UITGEOEFEND

Evaluatie

  • 196quater (SURB-assessoren)
  • 259novies-259decies, 259undecies/2, 360quater

Talen

Tuchtregeling en deontologie

  • 259sexies/1 (samenstelling van de tuchtinstellingen)
  • 305 (deontologie)
  • 398-403, 412-414 (tuchtoverheden)
  • 404-406, 408 (tuchtmaatregelen)
  • 409-411/1 (tuchtrechtscolleges)
  • 415-423 (tuchtprocedures)

 

IV. PROCEDURES HRJ

Bestaan

  • 151 §2 Grondwet

Samenstelling en werking

  • 259bis1-259bis8, 259bis10-259bis22 Ger. W.

Selectieproeven voor de magistratuur

Deontologie:

  •  305